Conclaaf

bijeenkomst van de kardinalen van de rooms-katholieke kerk om de nieuwe bisschop van Rome en paus te verkiezen

Een conclaaf of conclave (Latijn: cum clave, met sleutel, dat wil zeggen achter gesloten deuren of achter slot en grendel) is de plaats waar de kardinalen van de Katholieke Kerk bijeenkomen om de paus te kiezen. Met het nodige dienstpersoneel en hun gevolg (conclavisten) zijn zij van elk contact met de buitenwereld afgesloten om zo iedere beïnvloeding te vermijden. Ook de vergadering zelf van de kardinalen en de tijdsruimte eraan besteed wordt conclaaf genoemd. Deze conclaven vinden tegenwoordig altijd plaats in de Sixtijnse Kapel in Vaticaanstad.

Ontstaansgeschiedenis van het conclaaf

bewerken

Tot het jaar 1059 werd de paus gekozen door de geestelijke stand en het volk van Rome. In dat jaar vaardigde paus Nicolaas II de pauselijke bul In Nomine Domini uit, waarin hij bepaalde dat de kardinaal-bisschoppen de nieuwe paus zouden kiezen. De overige kardinalen moesten met dit besluit unaniem akkoord gaan. Gebeurde dat niet, dan werd een andere kandidaat gezocht. In de periode 1059-1271 werd nog niet gesproken van een conclaaf, maar over een pausverkiezing.

De toepassing van een pausverkiezing die min of meer voldeed aan het besloten karakter van een conclaaf vond voor het eerst plaats van 16 tot 18 juli 1216, na de dood van paus Innocentius III. De bevolking van Perugia, de stad waar het College van Kardinalen zich had verzameld, besloot de kiesheren op te sluiten in het Palazzo delle Canoniche om zo een snelle verkiezing zonder inmenging van buitenaf te bewerkstelligen.[1] Deze opzet slaagde, zij het dat ook de verkiezingsprocedure was aangepast: op voordracht van het gehele college werden twee kardinalen aangewezen,[2] die een in hun ogen geschikte opvolger kozen. Deze verkiezingsvorm (Latijn: per compromissum) was in het decreet Compilationes door paus Innocentius III in 1215 vastgelegd en had tot doel de duur van de sedisvacatie tot een minimum te beperken, zoals bepaald tijdens het Vierde Lateraans Concilie.

Ook tijdens de pausverkiezing van 1241 was sprake van een gedwongen opsluiting van het kiescollege, ditmaal in het Septizonium te Rome en op last van de Romeinse senator Orsini. De condities waaronder de verkiezing werden gehouden waren slecht, veroorzaakt door de gebrekkige hygiënische omstandigheden binnen de afgesloten ruimte. In een protestbrief van de kardinalen kwam onder meer naar voren dat bewakers op het dak urineerden, wat via spleten in de overlegruimte sijpelde. De dood van kardinaal Robert Somercotes tijdens de sedisvacatie alsook de vroegtijdige dood van de gekozen paus Celestinus IV – die slechts 17 dagen paus was - zouden een rechtstreeks gevolg zijn geweest van deze omstandigheden.[3]

 
Verkiezingsperiode Duur van sedisvacatie
(dagen)
Conclaaf van 1276 (januari) 11
Conclaaf van 1276 (juli) 19
Conclaaf van 1276 (augustus) 21
Pausverkiezing van 1277 189
Pausverkiezing van 1280-1281 184
Pausverkiezing van 1285 5
Pausverkiezing van 1287-1288 325
Pausverkiezing van 1292-1294 822

De verkiezing van 1268 te Viterbo begon op 30 november en luidde de langstdurende sedisvacatie in die uiteindelijk tot 10 februari 1272 zou duren.[4] De aanhoudende strijd tussen de Italiaanse en Fransgezinde kardinalen bracht de bevolking van Viterbo ertoe om op 8 januari 1270 de verkiezingsruimte af te sluiten van de buitenwereld. In opdracht van de burgemeester werden later aanvullende maatregelen genomen: zo werd het dak deels verwijderd en werden de kardinalen op rantsoen gezet: water en brood. Pas na de benoeming van een comité van zes kardinalen, die een kandidaat moesten voordragen, kwam de verkiezing in een stroomversnelling. Uiteindelijk werd gekozen voor een niet-kardinaal, Tebaldo Visconti, die de naam Gregorius X aannam.

Het was onder de nieuwe paus dat de voorschriften voor een te houden conclaaf in 1274 werden vastgelegd in de apostolische constitutie Ubi Periculum. Hierin werd de beslotenheid van een verkiezing beschreven, die vrij moest zijn van enige inmenging van buitenaf. De aanvullende strenge regels die onder andere betrekking hadden op de voedselrantsoenen tijdens het conclaaf leidden ertoe dat tijdens het eerstvolgende conclaaf van 1276 de verkiezing slechts één dag duurde.

Verzet van de kardinalen tegen de bepalingen van Ubi Periculum werd al duidelijk tijdens het pontificaat van Adrianus V, die van plan was om die constitutie te schrappen. Zijn vroegtijdige dood, namelijk na een pontificaat van slechts 37 dagen, betekende dat zijn opvolger Johannes XXI de uiteindelijke opschorting moest bekrachtigen, wat hij ook deed met de constitutie Licet van 20 september 1276. Als voornaamste reden voor afschaffing werd gegeven dat de bepalingen in Ubi Periculum voor de deelnemers ondraaglijk waren en daardoor een goede voortgang van een pausverkiezing in de weg zouden staan.[5]

Met uitzondering van de pausverkiezing van 1285 resulteerden de overige in lange periodes van sedisvacatie, met als dieptepunt die van 1292-1294, die 822 dagen duurde. Uiteindelijk werd ook tijdens deze verkiezing een niet-kardinaal gekozen, Pietro da Morrone, die zelf opgeroepen had tot een snelle beslissing inzake de opvolging van de paus. Een van zijn eerste (en weinige) besluiten als paus Celestinus V was de herinvoering van de constitutie Ubi Periculum, dit tot groot ongenoegen van de kardinalen. Zijn opvolger, Bonifatius VIII, zou uiteindelijk het decreet laten opnemen in het kerkelijk wetboek.

In de daaropvolgende eeuwen bleek echter dat het conclaaf niet per se een snelle pauskeuze kon garanderen. Hoewel beïnvloeding door wereldlijke leiders uitdrukkelijk verboden was, waren het juist vooral zij die via de kardinalen hun stempel probeerden te drukken op het verloop van de verkiezing van een nieuwe paus. Meest in het oog springend is daarbij de periode 1305-1378, een periode waarin alleen Franse pausen werden gekozen, doordat de zetel van het pausschap zich te Avignon bevond en onder grote invloed stond van de Franse koningen. Onder andere door de grote rivaliteit tussen de Franse kardinalen onderling zou het eerste conclaaf op Franse bodem toch het langstdurende conclaaf in de geschiedenis worden en 828 dagen duren.

Huidige procedure

bewerken

De kiesgerechtigde leden van het College van Kardinalen komen bij elkaar ten vroegste vijftien dagen na het overlijden of aftreden van de vorige paus. Er mogen maximaal 120 kardinalen, niet ouder dan tachtig jaar, deelnemen aan het conclaaf. Deze leeftijdsgrens is ingesteld door Paus Paulus VI in 1975. De gekozene hoeft overigens zelf strikt genomen geen kardinaal te zijn, maar dat is sinds de verkiezing van de aartsbisschop van Bari, Bartolommeo Prignano, die de naam Urbanus VI (1378-1389) aannam, niet meer voorgekomen. Sterker nog: de gekozene hoeft zelfs nog niet gewijd te zijn; is hij geen bisschop, dan wordt hij, zodra hij het pausambt aanvaardt, direct gewijd tot bisschop (van Rome).[6] De kans dat iemand verkozen wordt die zelf niet op dat bewuste conclaaf aanwezig was, is zo goed als nihil.

De sedisvacatio (Latijn voor lege stoel) is de periode tussen het overlijden (of het aftreden) van de paus en de verkiezing van een nieuwe paus. Gedurende deze periode is er feitelijk geen paus en leidt het College van Kardinalen gezamenlijk de Katholieke Kerk. In Universi Dominici Gregis, een document over de pausverkiezing uit 1996, geeft Paus Johannes Paulus II aan dat het conclaaf niet eerder dan vijftien dagen na de dood van de vorige paus mag beginnen en alleen bij uitzondering later. Over de exacte termijn tussen het aftreden van een paus en de beraadslaging over diens opvolger werd niets vastgesteld, maar vooraleer die plaats mag vinden moeten wel alle stemgerechtigde kardinalen aanwezig zijn. Stemgerechtigd zijn die kardinalen die jonger zijn dan tachtig jaar. Deze kardinalen zijn evenzeer stemplichtig. Zij mogen alleen afwezig zijn bij ziekte, of door andere zwaarwegende omstandigheden, zulks ter beoordeling van het College van Kardinalen.[7] Als een kardinaal door ziekte afwezig is bij het begin van het conclaaf, kan hij later alsnog worden toegelaten.[8] Dit geldt niet voor kardinalen die dan zonder geldige reden niet aanwezig zijn.

Voor het conclaaf komen alle stemgerechtigde kardinalen ter wereld naar Rome en maken zij onderling door stemming uit wie de nieuwe paus wordt. Deze plechtigheid vindt altijd plaats in de Sixtijnse Kapel, vlak bij de Sint-Pieter. Alle kardinalen worden opgesloten, samen met het nodige dienstpersoneel en hun gevolg, de conclavisten. De kardinalen mogen geen contact hebben met de buitenwereld. Tot 2005 verbleven de kardinalen letterlijk achter gesloten deuren. In een afgeschermd gedeelte van het Apostolisch Paleis, nabij de Sixtijnse Kapel waren cellen ingericht, met een eenvoudig bed en een bescheiden wasgelegenheid. In 1996 kwam de Domus Sanctae Marthae (Het Huis Van de Heilige Martha) gereed, een speciaal voor het conclaaf gebouwd gastenverblijf, buiten het Apostolisch Paleis. De kieskardinalen brengen daar sinds het Conclaaf van 2005 de nacht door en worden 's ochtends met een bus naar de Sixtijnse Kapel gebracht. In Universi Domini Gregis (De Gehele Kudde Van De Heer) heeft de paus bepaald dat de kardinalen niet benaderd mogen worden door derden tijdens dat transport. Ook werd verordend dat de televisie-, radio- en telefoonverbindingen in de Domus Sanctae Marthae onklaar gemaakt moeten worden.

De kardinalen beginnen de verkiezing met een Heilige Mis ter ere van de Heilige Geest. In deze mis wordt de Heilige Geest gesmeekt een goede keuze mogelijk te maken.

Daarna begint de stemming. Bij elke stemronde krijgt een kardinaal een briefje waarop hij de naam van zijn kandidaat schrijft. Hij loopt dan met dat briefje omhoog naar het altaar voor het Laatste Oordeel (van Michelangelo) en stopt het briefje in een miskelk. Tussen de stemrondes door wordt er gebeden. Als er na één ronde nog geen kandidaat met twee derde van het aantal stemmen is verkozen, volgen er zolang geen paus is gekozen iedere dag daarna steeds vier stemmingen per dag: twee in de voormiddag en twee in de namiddag. Ongeveer om de drie dagen wordt er niet gestemd, dan is er ruimte voor rust en bezinning.

Als na 30 stemronden nog geen nieuwe paus is verkozen, kan de camerlengo (pauselijke kamerheer), in overleg met de kardinalen, besluiten om de norm voor verkiezing te verlagen naar een gewone meerderheid van de stemmen (de helft + 1). Als de norm is verlaagd, kan gekozen worden of er een nieuwe stemronde plaatsvindt of dat de keuze beperkt blijft tussen de twee kardinalen die in de laatste stemronde de meeste stemmen gehaald hebben.

Op 26 juni 2007 draaide de toenmalige paus Benedictus XVI een aanpassing van zijn voorganger terug door de mogelijkheid te schrappen van de gewone meerderheid in plaats van de tweederdemeerderheid na 33 of 34 vergeefse stemrondes.[9]

 
Verloop van de gebeurtenissen van het conclaaf van 2005

Aanvaarding

bewerken

Zodra blijkt dat een van de kardinalen de vereiste meerderheid heeft, vraagt de deken van het College van Kardinalen (of de eerste onder de kardinalen naar rang en anciënniteit) de gekozene namens het gehele college of hij zijn verkiezing aanvaardt. Zodra deze antwoordt met "Accepto" (Latijn voor 'Ik aanvaard') is hij formeel paus. Vervolgens wordt de nieuwe paus gevraagd welke naam hij wil aannemen.

De stembriefjes worden na iedere stemming aan een touw geregen en verbrand, eenmaal in de voormiddag en eenmaal in de namiddag. Als een stemronde mislukt – er is geen tweederdemeerderheid –, dan worden de stembriefjes met een chemische stof (vroeger: nat stro) verbrand. Er komt dan zwarte rook uit de schoorsteen van de Sixtijnse Kapel. De mensen buiten weten dan: er is nog geen nieuwe paus.

Wanneer er wel een nieuwe paus gekozen is, worden de stembriefjes met een andere chemische stof (vroeger: zonder stro of met droog stro) verbrand. Er komt dan witte rook uit de schoorsteen. Bij het conclaaf van 2005 werd ingevoerd dat in combinatie met de witte rook ook de klokken van de Sint-Pietersbasiliek geluid worden, daar het in het verleden regelmatig voorkwam dat de toeschouwers buiten op het Sint-Pietersplein de zwarte rook aanzagen voor witte rook, wat voor verwarring zorgde.

Helaas werkte dit bij voornoemd conclaaf niet helemaal zoals gepland, want de rook was duidelijk wit, maar het duurde erg lang voor de klokken begonnen te luiden. Bij het conclaaf van 2013 ging dit echter wel op de juiste manier en bovendien was de witte rook duidelijker dan het de voorafgaande keer het geval was, hetgeen ook nog werd vergemakkelijkt door het feit dat het donker was toen de witte rook verscheen. Het conclaaf was in 2013 ten slotte een maand eerder dan in 2005. Hierdoor was beter te zien dat de rook inderdaad wit was, waardoor er geen verwarring kon ontstaan, zoals bij de vorige pausverkiezing het geval was.

De pas gekozen paus wordt dan gevraagd door de kardinaal-deken, of anders de oudste kardinaal die het conclaaf voorzit: “Hoe wil je heten?“ De paus zegt daarop zijn nieuwe naam, meestal een kloosternaam. Vervolgens wordt hij naar het 'kamertje van de tranen' geleid, waar hij de pauselijke kledij aantrekt. De kardinaal-protodiaken verschijnt op het balkon van de Sint-Pieter en zegt tegen de wachtende menigte beneden de woorden “Habemus papam!” (= “We hebben een paus!”).

De formule van het Habemus papam luidt:

Annuntio vobis gaudium magnum; habemus Papam! Eminentissimum ac Reverendissimum Dominum, Dominum (voornaam), Sanctae Romanae Ecclesiae Cardinalem, (achternaam), qui sibi nomen imposuit (aan te nemen pauselijke naam).

De vertaling daarvan is:

Ik verkondig u met grote vreugde; wij hebben een Paus! De meest eminente en Eerwaarde Heer, de Heer (voornaam), kardinaal van de Heilige Roomse Kerk, (achternaam), die de naam (aan te nemen pauselijke naam) heeft aangenomen.

De paus geeft daarna voor het eerst de apostolische zegen Urbi et orbi. Paus Johannes Paulus II was de eerste die vóór deze zegen een korte toespraak hield. Daarna heeft ook paus Benedictus XVI dat gedaan. Paus Franciscus begon zijn eerste toespraak op het balkon met de Italiaanse woorden buona sera, wat goedenavond betekent. Deze plechtigheid wordt over de hele wereld rechtstreeks op TV uitgezonden, zodat ook de mensen die niet in Rome zijn, deze kunnen zien en de zegen van de nieuwe paus in ontvangst kunnen nemen.

Het conclaaf en de stemming worden in beginsel geleid door de deken van het College van Kardinalen.

Resultaten van recentste conclaven

bewerken

Hieronder een overzicht van de meest recente conclaven.[10]

Jaar Verkiezing Verkozene
(leeftijd bij verkiezing)
Paus Kiesgerechtigden
dagen ronden Italië Europa rest totaal
1939 2 3 Eugenio Pacelli (63) Pius XII 35 (56,5%) 20 (32,3%) 7 (11,3%) 62
1958 4 11 Angelo G. Roncalli (77) Johannes XXIII 17 (33,3%) 15 (29,4%) 19 (37,3%) 51
1963 3 6 G. Battista Montini (65) Paulus VI 29 (36,7%) 28 (35,4%) 22 (27,8%) 79
aug. 1978 2 4 Albino Luciani (65) Johannes Paulus I 27 (24,3%) 29 (26,1%) 55 (49,5%) 111
okt. 1978 3 8 Karol Wojtyła (58) Johannes Paulus II 26 (23,4%) 29 (26,1%) 56 (50,5%) 111
2005 2 4 Joseph Ratzinger (78) Benedictus XVI 20 (17,1%) 38 (32,5%) 59 (50,4%) 117
2013 2 5 Jorge Mario Bergoglio (76) Franciscus 28 (24,3%) 32 (27,8%) 55 (47,8%) 115
  • Het kortste conclaaf ooit was dat van 1503, waarbij paus Julius II werd gekozen. Het duurde slechts enkele uren, volgens humanisten en protestanten doordat hij iedereen had omgekocht.
  • Het langste conclaaf uit de geschiedenis duurde 829 dagen (2 jaar, 3 maanden en 7 dagen) en was het Conclaaf van 1314-1316. De pausverkiezing 1268-1271 duurde zelfs bijna 3 jaar.
  • Omdat de vooraf favoriet geachte kardinaal vaak niet werd gekozen is het gevleugeld woord ontstaan "Wie als paus het conclaaf binnengaat, komt er als kardinaal uit."
  • De uitdrukking "In conclaaf gaan" wordt vaak overdrachtelijk gebruikt als men iets achter gesloten deuren wil bespreken zonder dat daar anderen bij zijn.
  • Vanaf 1712 gold de Romeinse adellijke familie Chigi als "beschermer van het Conclaaf". Sinds 1968 is dit nog slechts een titel zonder inhoud.

Zie ook

bewerken
bewerken
  1. Vatican History, 1216
  2. Kardinaal-bisschoppen Ugolino dei Conti di Segni en Guido Papareschi
  3. Vatican History, 1241
  4. Volgens Vatican History werd de paus op 1 september 1271 gekozen, maar Tebaldo Visconti accepteerde zijn benoeming pas op 10 februari 1272.
  5. Vatican History, Licet
  6. Universi Domini Gregis, 87-90
  7. Universi Domini Gregis, 38
  8. Universi Domini Gregis, 83 + 88-89
  9. Nieuwe paus heeft 78 stemmen nodig, Katholiek Nieuwsblad, 22 februari 2013
  10. Bron: "De Standaard", via "Corriere della sera".
Zie de categorie Papal conclave van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.