altijdgroen
- Geluid: altijdgroen (hulp, bestand)
- al·tijd·groen
- samenstelling van altijd en groen
stellend | |
---|---|
onverbogen | altijdgroen |
verbogen | altijdgroene |
partitief | altijdgroens |
altijdgroen
- (plantkunde) groen loof dragend dat niet afvalt
- In het Middellandse Zeegebied komen veel altijdgroene bomen en struiken voor.
- ▸ De grote Aziatische lariks, de altijdgroene Schotse den, de slanke, rechte witte berk, de tot de wolken reikende Koreaanse esp, de geurige Siberische spar, naast de zwarte berk, de eik, de bergiep, de Mantsjoerijse es, Chosenia arbutifolia, de Mongoolse eik — wat ze maar in het oog kregen hakten ze om.[1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord altijdgroen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Liu,Cixin“Het drielichamen probleem” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645798