Naar inhoud springen

Chelonoidis abingdonii

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Chelonoidis abingdonii
Status: Uitgestorven (2012)[1] (2015)
Lonesome George (Eenzame George) behoorde tot deze soort
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Testudines (Schildpadden)
Familie:Testudinidae (Landschildpadden)
Geslacht:Chelonoidis
Soort
Chelonoidis abingdonii
Günther, 1877
Verspreiding van de verschillende reuzenschildpadden binnen de galapagosarchipel
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Chelonoidis abingdonii op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Chelonoidis abingdonii is een uitgestorven schildpaddensoort uit de familie landschildpadden (Testudinidae). Chelonoidis abingdonii was lange tijd een ondersoort van de galapagosreuzenschildpad (Chelonoidis nigra), maar wordt tegenwoordig als een aparte soort beschouwd.

Omdat de soort tot voor kort nog slechts door één enkel exemplaar werd vertegenwoordigd, was deze schildpad erg bekend. Er zijn in de internationale pers verschillende publicaties over het dier verschenen. Het mannetje werd op de Galapagoseilanden in het Spaans wel Solitario George en in het Engels Lonesome George ('Eenzame George') genoemd. Met het overlijden van George, op 24 juni 2012, is deze schildpaddensoort uitgestorven. Inmiddels wordt er door middel van het kruisen van verwante rassen geprobeerd om de soort nieuw leven in te blazen.

Naamgeving en taxonomie

[bewerken | brontekst bewerken]

Chelonoidis abingdonii heeft een ingewikkelde taxonomische geschiedenis. Oorspronkelijk werd de schildpad in 1877 door Albert Carl Lewis Gotthilf Günther beschreven als soort onder de naam Testudo abingdonii.[2] Later werd de soort respectievelijk beschouwd als ondersoort van de inmiddels niet langer erkende soort Testudo elephantopus en als ondersoort van Chelonoidis nigra. Sinds de publicatie van Anders G.J. Rhodin et al. in 2010,[3] wordt het taxon onder de wetenschappelijke naam Chelonoidis abingdonii als aparte soort beschouwd.[4] De wetenschappelijke soortnaam abingdonii komt in de literatuur ook wel foutief voor als abingdoni, met een enkele 'i'. Het dier is afkomstig van het eiland Pinta van de Galapagoseilanden. De vroegere Engelse naam was Abingdon Island, vernoemd naar de Earl of Abingdon, naar wie ook de schildpad vernoemd is.[5]

Uiterlijke kenmerken

[bewerken | brontekst bewerken]

Op de Galapagoseilanden zijn verschillende soorten reuzenschildpadden gevonden. De 'Pinta-schildpad', waarvan George een vertegenwoordiger was, was een van de kleinere soorten. Deze schildpad had een zadelvormig rugschild. Het dier had een lange nek zodat het ook hogere vegetatie kon bereiken.

De soort werd lange tijd als uitgestorven beschouwd, totdat op 1 december 1971 door de Amerikaanse malacoloog Joseph Vagvolgyi een exemplaar werd aangetroffen op het eiland Pinta, een van de Galapagoseilanden. Vagvolgyi vernoemde de schildpad waarschijnlijk naar de acteur George Gobel.

De populatie van Chelonoidis abingdonii nam waarschijnlijk af doordat er grote aantallen van werden opgegeten door de mens. De schildpadden zijn lang in leven te houden zonder ze van voedsel of water te voorzien en waren dus een ideale bron van voedsel op schepen die maandenlang onderweg waren zonder land aan te doen. Door de dieren te vangen en in het ruim te bergen was de bemanning steeds verzekerd van vers vlees. Naast George was er in 1906 nog een levend exemplaar gezien toen Amerikaanse wetenschappers het eiland bezochten. In 1959 werd op Pinta het Charles Darwin Research Station (CDRS) gevestigd dat onder meer het ecosysteem ter plekke tracht te herstellen.

George werd overgebracht naar het onderzoeksstation. Hij woog ongeveer 90 kilogram, en was één meter lang, gemeten over zijn rugschild. De leeftijd is niet precies bekend, maar men vermoedt dat hij toentertijd tussen de 60 en 90 jaar oud was.

Uitsterven en herontdekking

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 24 juni 2012 werd bekend dat 'eenzame George' in de ochtend van die dag gestorven was, volgens de Ecuadoraanse krant El Universo op een leeftijd van tussen de 100 en 120 jaar.[6] Fausto Llerena, Georges verzorger in de afgelopen veertig jaar, vond het dier dood in zijn verblijf. Zijn dood werd, na een autopsie, toegeschreven aan natuurlijke oorzaken, waarschijnlijk veroorzaakt door zijn leeftijd.[7] Met het overlijden van George was, naar men aannam, zijn soort volledig uitgestorven. Er was tientallen jaren geprobeerd om George te laten paren met een vrouwtje van een andere soort. Die pogingen waren mislukt, waarschijnlijk vanwege een gebrek aan verwantschap tussen de soorten. Tot januari 2011 had George gezelschap van twee vrouwtjes van de verwante soort Chelonoidis becki. Op 21 juli 2008 werd gemeld dat George onverwacht met een van de vrouwtjes had gepaard. Er werden in totaal 13 intacte eieren gevonden, die in broedstoven werden geplaatst.[8] In november was al duidelijk dat 80 procent van de eieren gewichtsverlies vertoonde, een teken dat ze onbevrucht waren. In december rapporteerde het Darwin Center dat ook de overgebleven eitjes niet waren uitgekomen en dat röntgenfoto's zichtbaar hadden gemaakt dat ook deze onbevrucht waren gebleven.[9]

Op 21 november 2012 werd echter bekend dat onderzoek van de Amerikaanse universiteit Yale en het natuurpark van de Galapagoseilanden had uitgewezen dat er nog exemplaren van verwante soorten op het eiland Isabela leven. Het gaat om negen vrouwtjes, drie mannetjes en vijf jonge dieren. In de vrouwtjes zijn genetische sporen van de reuzenschildpad aangetroffen. De dieren worden nu in gevangenschap gehouden en geprobeerd wordt door de soorten te kruisen de uitgestorven soort te laten herleven. Dit kan honderd tot honderdvijftig jaar duren.[10]

[bewerken | brontekst bewerken]

Bronvermelding

[bewerken | brontekst bewerken]