Naar inhoud springen

Pet Shop Boys

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pet Shop Boys
Pet Shop Boys live in 2007
Pet Shop Boys live in 2007
Achtergrondinformatie
Jaren actief 1981-heden
Oorsprong Londen (Engeland)
Genre(s) Synthpop
Label(s) Kobalt Label Services
Parlophone (1985-2013)
Leden
Leadzanger Neil Tennant
Toetsenist, zanger Chris Lowe
Officiële website
(en) IMDb-profiel
(en) Allmusic-profiel
(en) Shop Boys/ Last.fm-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

De Pet Shop Boys zijn een Brits muzikantenduo, gevormd door zanger Neil Tennant (1954) en toetsenist Chris Lowe (1959). Vooral in de tweede helft van de jaren tachtig had het duo vele hits.

De muziek van de Pet Shop Boys bestaat uit elektronische pop- en dancemuziek; heftige, soms bombastische synthesizerklanken, aanstekelijke ritmes en enigszins emotieloze zang. Neil Tennant en Chris Lowe schrijven hun nummers zelf, waarbij Tennant doorgaans voor de teksten verantwoordelijk is, en Lowe voor de muziek. De groep onderscheidt zich met hun specifieke geluid, dat in de loop der jaren wel aan verandering onderhevig is. De hoezen van vrijwel alle uitgaven zijn ontworpen door één ontwerper, Mark Farrow, die zich met zijn vaak minimalistische en stijlvolle ontwerpen weet te onderscheiden en trends weet te zetten.

Het duo ontmoette elkaar bij toeval op 19 augustus 1981 in een elektronica-zaak in Londen, waar Neil een kabel voor zijn pas gekochte synthesizer zocht. Het kostte de verkoper ruim een kwartier om de betreffende kabel te vinden. Zo raakten Neil en Chris, die op dat moment binnenkwam, aan de praat. Tijdens de ontmoetingen erna bleek het muzikaal gezien te klikken en ontstond het eerste nummer (Jealousy). Het duo vernoemde zichzelf naar vrienden die boven een dierenwinkel woonden, bekend als de 'Pet Shop Boys'.

Toen Neil in 1984 door zijn werkgever, het Britse muziektijdschrift Smash Hits, naar de Verenigde Staten werd gestuurd voor een interview met The Police, nam hij meteen enkele demo's mee. Hij was vastbesloten om discoproducer Bobby Orlando te ontmoeten. De ontmoeting vond plaats en het resultaat hiervan was dat er enkele nummers werden opgenomen, waaronder de eerste versie van West End Girls. Het nummer werd een club-hit in onder andere België, maar het zorgde niet voor een doorbraak.

Na een ruzie over rechten en royalty's volgde een breuk met Orlando. Orlando heeft echter ook nu nog steeds de rechten over de eerste opnamen van de Pet Shop Boys. Dit is te merken aan obscure uitgaven die af en toe nog verschijnen van nummers als West End Girls en One More Chance, met name op het Duitse ZYX-label. Vaak in "nieuwe", geremixte versies.

In 1985 ontmoetten Neil en Chris manager Tom Watkins, die hen in maart een platencontract bezorgde bij het Parlophone-label van EMI. Neil nam ontslag bij Smash Hits, om zich volledig op hun carrière te kunnen storten. De single Opportunities (let's make lots of money) kwam uit, maar haalde de Britse single Top 100 niet. In november 1985 volgde een nieuwe, door Stephen Hague geproduceerde, versie van West End Girls, die in 1986 een nummer 1-hit werd in onder meer Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Het duo nam met Hague ook hun debuutalbum Please op. Het leverde de singles Love comes quickly en Suburbia op, evenals een nieuwe versie van Opportunities (let's make lots of money); deze keer wél met commercieel succes. Eind 1986 verscheen het mini-album Disco. Hierop staan zes langere versies en remixes van genoemde singles en twee B-kanten uit die periode.

Rond 1987 bereikte de populariteit van de Pet Shop Boys z'n hoogtepunt. Neil en Chris noemen dit later hun 'imperial phase'. Hun geluid paste perfect in de toen heersende trend van (kille) synthpop, waarmee ook groepen als Erasure en Depeche Mode successen behalen. De single It's a Sin, afkomstig van het tweede album Actually, werd een wereldwijde hit. Dat geldt ook voor de tweede single: een samenwerking met zangeres Dusty Springfield, die op dat moment in de vergetelheid was geraakt. De Pet Shop Boys wilden per se haar stem voor What have I done to deserve this?. Springfield zegde toe en haar samenwerking met de Pet Shop Boys, die in 1989 nog een vervolg zou krijgen, zorgde voor een opleving in haar carrière.

De derde single van Actually is Rent, gevolgd door een cover van Always on My Mind. Dit nummer is niet van het album afkomstig, maar werd speciaal opgenomen voor een special over Elvis Presley op de Britse tv. Door de goede reacties werd besloten het nummer in december 1987 als single uit te brengen, wat hen de Britse kerst-nummer-1 hit van 1987 opleverde. De laatste single van Actually is een licht geremixte versie van Heart in 1988, wederom een nummer 1-hit in Engeland. In 1988 had de band met Eighth Wonder van actrice Patsy Kensit een hit in diverse Europese landen met I'm Not Scared, geschreven en mede-geproduceerd door de Pet Shop Boys.

Op 10 oktober 1988 brachten de Pet Shop Boys hun derde studioalbum uit, voorafgegaan door de single Domino Dancing, een nummer met Zuid-Amerikaanse invloeden. Het album Introspective bevat zes lange nummers. De door Trevor Horn geproduceerde nummers Left to my own devices en It's alright verschijnen op single en leverden Britse top 5-hits op. It's alright is een cover van producer Sterling Void, die ook weer een remix van het nummer maakt. Verder bevat het album een nieuwe versie van Always on my mind, een remix van de eerdere B-kant I want a dog en Pet Shop Boys' eigen versie van I'm not scared.

In 1989 en 1990 werkten de Pet Shop Boys volop samen met andere artiesten. In 1989 verscheen het album Results van Liza Minnelli, dat is geproduceerd door de Pet Shop Boys en Julian Mendelsohn. Als eerste single verscheen een cover van het musical-nummer Losing my mind. Het door de Pet Shop Boys geschreven Don't drop bombs en So sorry, I said kwamen ook op single uit, gevolgd door een cover van het nummer Love pains. Het album Results bevat eveneens een cover van Twist in my sobriety van Tanita Tikaram en van twee Pet Shop Boys-nummers: Tonight is forever en Rent.

De samenwerking met Dusty Springfield kreeg in 1989 een vervolg, met de single Nothing has been proved, die fungeerde als titelsong voor de film Scandal. Eind 1989 volgde In private, dat in 1990 een hit werd. Dusty Springfield nam het album Reputation op, waar de Pet Shop Boys nog drie nummers voor leverden. Het duo leverde ook bijdragen aan het titelloze debuutalbum van de formatie Electronic, gevormd door New Order-zanger Bernard Sumner en voormalig The Smiths-gitarist Johnny Marr, dat in 1990 verscheen. Op de single Getting away with it uit 1989 is Neil als achtergrondzanger te horen.

Samen met producer Harold Faltermeyer, bekend van de hit Axel F, namen de Pet Shop Boys in 1990 hun vierde studioalbum op. De bedoeling was om terug te keren naar de "pure synthesizersound" van de jaren tachtig. Dit leidde tot een ingetogen album, getiteld Behaviour. De muziek is minder gericht op de dansvloer en maakt duidelijk dat Neil en Chris tekstueel en qua arrangementen meer in hun mars hadden dan velen aanvankelijk dachten. So hard en Being boring waren de eerste twee singles die van dit album verschenen.

In 1991 verscheen een opmerkelijke single: een combi-cover van twee verschillende nummers. De Pet Shop Boys brachten een eigen versie uit van het U2-nummer Where the streets have no name en koppelen dit aan de discoklassieker Can't Take My Eyes Off You. Het nummer verscheen als dubbele A-kant op single, samen met de Behaviour-track How can you expect to be taken seriously? waarin de Pet Shop Boys de artiestenwereld op de hak nemen. De single ontlokte U2-zanger Bono de uitspraak: "What have we done to deserve this". Het nummer Jealousy is de vierde en laatste single van het album.

In het najaar van 1991 verscheen de verzamel-cd Discography: The Complete Singles Collection, waarop de eerste zestien singles van de groep zijn verzameld, samen met twee nieuwe tracks: DJ culture en Was it worth it?, die eveneens beide op single verschenen. Aansluitend ging de groep op tournee. Neil Tennant verzorgde in 1992 de lead-vocals op de single Disappointed van Electronic, terwijl Chris Lowe een nummer opnam met Arsenal-voetballer Ian Wright: Do The Right Thing.

In 1993 kwam het duo met een nieuw album: Very. Naast het reguliere album verscheen ook een speciale dubbel-cd Very Relentless. Op Relentless staan zes overwegend instrumentale dancetracks. Very wordt voorafgegaan door de single Can you forgive her?. Dat nummer valt niet alleen op door zijn afwijkende ritme, maar ook door de videoclip, waarin de Pet Shop Boys door een computerlandschap rondlopen met grote oranje-wit-gestreepte puntmutsen op. Als tweede single verscheen Go West, een cover van de discogroep Village People uit de jaren zeventig. Het nummer werd een wereldhit en klinkt vandaag de dag nog steeds in vele voetbalstadions. Van het album verschenen nog drie andere singles: I wouldn't normally do this kind of thing, Liberation en Yesterday, when I was mad.

In augustus 1994 gaf Neil Tennant in een interview met het tijdschrift Attitude openheid over zijn seksuele geaardheid. Hoewel verwijzingen naar het thema homoseksualiteit al eerder in Pet Shop Boys-nummers waren te vinden, deed Tennant er vanaf dan niet meer geheimzinnig over. In 1994 verscheen ook een single die niet op het album Very staat. Voor een goed doel nam het duo een single op met Jennifer Saunders en Joanna Lumley, actrices uit de comedyserie Absolutely Fabulous. De single draagt dezelfde titel als de serie en kwam ook onder deze artiestennaam uit. Een remix van Absolutely Fabulous is te vinden op het non-stop remixalbum Disco 2, dat in september 1994 verscheen. Hierop staan remixes van recente nummers. De Pet Shop Boys gingen eind 1994 op tournee in Azië, Australië, Midden- en Zuid-Amerika; vastgelegd op de video Discovery: Live in Rio.

In augustus 1995 verscheen de dubbel-cd Alternative met daarop alle B-kanten van de voorgaande 10 jaar. Als een van de weinige popgroepen schreef de groep voor iedere single nieuwe nummers, die niet op de reguliere albums verschijnen. Het nummer Paninaro, ooit de B-kant van Suburbia, werd in een nieuwe versie op single uitgebracht: Paninaro '95.

In 1996 hadden de Pet Shop Boys samen met hun idool David Bowie een hit. Het gaat om een remix van het nummer Hallo Spaceboy, waarvan de oorspronkelijke versie op Bowie's album 1. Outside staat. Die versie telt slechts één couplet. Als suggestie zong Neil een tweede couplet in. Bowie was hierover echter zo tevreden dat de zanglijn van Neil overeind bleef, waardoor de 'remix' effectief een soort duet werd.

In september 1996 verscheen het album Bilingual, voorafgegaan door de singles Before en Se a vida é (that's the way life is). Het muzikaal gevarieerde album laat onder meer latin-invloeden horen, maar op een van de singles, A red letter day, zingt ook een Russisch mannenkoor mee. Het nummer Single verscheen onder de titel Single-Bilingual als single. De populariteit van de Pet Shop Boys beperkte zich inmiddels vooral tot het Verenigd Koninkrijk, Italië, Duitsland en Zuid-Amerika. In de rest van Europa bereikte het duo sporadisch de hitlijsten, terwijl het succes in de Verenigde Staten zich beperkte tot de dance-hitlijsten. In 1997 verscheen een cover van het musicalnummer Somewhere op single, gevolgd door een kleinschalige tournee langs het Savoy Theatre in Londen.

1998 was een rustig jaar voor de Pet Shop Boys: ze leverden alleen een song, Screaming, voor de soundtrack van een remake van de filmklassieker Psycho. In 1999 meldden de Pet Shop Boys zich weer met nieuw werk. Net als bij de voorloper Bilingual werd ook op het album Nightlife samengewerkt met meerdere producers. Deze keer zijn dat Faithless-brein Rollo Armstrong, Craig Armstrong en David Morales. Singles zijn I don't know what you want but I can't give it anymore, New York City boy en You only tell me you love me when you're drunk. Zangeres Kylie Minogue zingt mee op het nummer In denial. Net als een aantal andere tracks op Nightlife is dat nummer geschreven voor de musical Closer to Heaven, die in 2001 in het Londense West End debuteert. De musical ontving sterk wisselende kritieken. De soundtrack, met diverse nieuwe Pet Shop Boys-composities, gezongen door de cast, verscheen later op cd.

Eveneens in 2001 werden de eerste zes Pet Shop Boys-albums opnieuw uitgebracht. Please, Actually, Introspective, Behaviour, Very en Bilingual verschenen in een geremasterde dubbel-cd-uitvoering. Bij alle albums is een extra cd toegevoegd met B-kantjes, niet eerder uitgebrachte nummers of versies van nummers, uit de bij het album behorende periode.

In 2002 verscheen het achtste studioalbum Release, met medewerking met ex-The Smiths-gitarist Johnny Marr. Er werd weer geëxperimenteerd met muziekstijlen en instrumenten, wat vooral tot uiting komt in de aanwezigheid van gitaar in veel nummers. De singles Home and dry en I get along worden in heel Europa en Australië uitgebracht. Alleen Duitsland kreeg nog een derde single van het album: London. In het voorjaar van 2003 verscheen weer een remixalbum in de Disco-reeks: Disco 3. Naast remixes staan op dit album ook vijf nieuwe nummers.

In het najaar van 2003 verscheen een nieuw verzamelalbum: PopArt: The Hits. Op twee cd's staan 35 singles die allen de top 20 van de Engelse hitlijsten haalden. Daarbij horen ook twee nieuwe tracks: Miracles en Flamboyant, die beiden op single werden uitgebracht. Flamboyant, mede-geproduceerd door Tomcraft, was een eerste teken van de terugkeer naar de wortels van de elektronische popmuziek. Alle clips verschenen op de dvd PopArt: The Videos, die tevens enkele unieke clips van lange versies bevat.

Op 12 september 2004 voerden de Pet Shop Boys samen met de Dresdner Sinfoniker een zelfgeschreven soundtrack op voor de filmklassieker Battleship Potemkin (1925), begeleid door de oorspronkelijke filmbeelden. Het concert, op Trafalgar Square in Londen, was gratis toegankelijk en zorgde voor een volledig gevuld plein. Dezelfde soundtrack werd later ook enkele malen in Duitsland opgevoerd, net als in de havens van Newcastle. In september 2005 werd de soundtrack op cd uitgebracht. Het album verscheen echter niet onder de naam Pet Shop Boys, maar onder Tennant and Lowe. In 2005 stellen ze een aflevering van Back to Mine-reeks samen.

Madonna stak haar bewondering voor de Pet Shop Boys niet onder stoelen of banken. Haar album Confessions on a Dance Floor uit 2005 bevat het nummer Jump, dat geïnspireerd is op West End Girls. Dit alles leidde ertoe dat de Pet Shop Boys een remix maakten van het nummer Sorry, dat begin 2006 als single verscheen en een grote hit werd.

Inmiddels werkten de Pet Shop Boys met producer Trevor Horn aan een nieuw album. Het album Fundamental verscheen op 22 mei 2006 en werd door critici zeer positief ontvangen. Het is een duidelijke terugkeer naar het Pet Shop Boys-geluid van midden jaren tachtig. Het album bereikte de top 5 in Engeland en Duitsland. Naast de reguliere versie van het album is er ook een dubbel-cd, met de bonusschijf Fundamentalism. Daarop staan enkele remixes, een duet met Elton John (In Private) en een ander nieuw nummer: Fugitive.

Het album werd voorafgegaan door de single I'm with Stupid, waarin de relatie tussen Tony Blair en George W. Bush op de hak wordt genomen. In de bijbehorende videoclip is een hoofdrol weggelegd voor David Walliams en Matt Lucas, bekend van de televisieserie Little Britain. Later in het jaar verschijnen nog twee singles van het album: Minimal en Numb.

De groep gaf op 8 mei 2006 een bijzonder optreden in het Londense Mermaid Theatre, samen met het orkest van de BBC en muzikanten als Trevor Horn, Anne Dudley en Lol Creme. Tijdens dit concert, dat ook op BBC Radio 2 werd uitgezonden, traden onder anderen Robbie Williams en Rufus Wainwright als gastzangers op. In het najaar verscheen het concert als dubbel-cd, onder de titel Concrete. Een BBC-documentaire over de carrière van Pet Shop Boys werd eveneens officieel uitgebracht (dvd A Life in Pop). Ook verscheen de dvd Cubism, een registratie van de wereldtournee Fundamental, opgenomen in Mexico-Stad op 14 november 2006.

Het duo verleende in 2006 hun medewerking aan het album Rudebox van Robbie Williams, dat op 25 september 2006 verscheen. Het album bevat een cover van het nummer We're The Pet Shop Boys van My Robot Friend; een nummer dat de Pet Shop Boys eerder zelf ook opnamen. Een andere track, She's Madonna, is geproduceerd en mede-geschreven door de Pet Shop Boys. Dat nummer verscheen in 2007 als een gezamenlijke Robbie Williams en Pet Shop Boys-single. Het nummer werd alarmschijf bij 538 en bereikte de nummer 2 in de Nederlandse hitlijsten. Enkele weken later verscheen een Pet Shop Boys-remix van Read My Mind van The Killers op de cd-single van dat nummer.

Op 8 oktober 2007 verscheen het remixalbum Disco 4. Dit album is een verzameling van remixes die de Pet Shop Boys voor andere artiesten maakten. Ook bevat het de eigen remix van de eerdere single I'm with Stupid en een nieuwe remix van de Fundamental-track Integral. Dat nummer verscheen op 4 oktober 2007 als eerste Pet Shop Boys-single niet op cd, maar uitsluitend als download. Wel is er een videoclip voor gemaakt.

Terwijl de Pet Shop Boys samen met productieteam Xenomania aan een nieuw album werkten, was dit team ook bezig met de Britse meidengroep Girls Aloud. Dit leidde ertoe dat de Pet Shop Boys een nummer voor Girls Aloud schreven. The Loving Kind werd op 16 januari 2009 als single uitgebracht en werd een top 10-hit in de Engelse Top 40.

Op 18 februari 2009 ontvingen de Pet Shop Boys een Brit Award voor hun bijzondere bijdrage ('outstanding contribution') aan de muziek. Tijdens het gala gaven zij een show waarbij in bijna 10 minuten hun grootste hits voorbijkomen, in een medley geproduceerd door Stuart Price. Als gastzangers traden Brandon Flowers (The Killers) en Lady Gaga op.

Het studioalbum Yes verscheen op 23 maart en werd voorafgegaan door de succesvolle single Love Etc., die ook in Nederland de nodige airplay kreeg. De tweede single, Did You See Me Coming?, kwam uit op 1 juni 2009. Alleen in Duitsland kwam een derde single uit: Beautiful People. In juni 2009 startten de Pet Shop Boys met hun tournee Pandemonium. Op 14 december verscheen de ep Christmas. Hierop staan onder meer nieuwe versies van de Yes-albumtrack All over the world en van het nummer It doesn't often snow at Christmas, dat oorspronkelijk in 1997 cadeau werd gedaan aan leden van de fanclub.

Op 15 februari 2010 verscheen een livealbum/dvd, getiteld Pandemonium. Het is een concertregistratie, opgenomen op 21 december 2009 in de O2 Arena in Londen. In juni 2010 waren de Pet Shop Boys een van de headliners tijdens het Glastonbury Festival. Op 1 november 2010 verscheen het compilatie-album Ultimate. Het album bundelt de grootste hits op één schijfje, inclusief een nieuw nummer: Together.

Op 17 maart 2011 ging de balletvoorstelling The Most Incredible Thing in première in Sadlers Wells in Londen. Het gaat om een bewerking van een sprookje van Hans Christian Andersen. De Pet Shop Boys schreven de muziek voor de voorstelling. De muziek verscheen op 14 maart 2011 op cd. In februari 2012 verscheen het dubbel-album Format, een collectie van 38 B-kanten en bonustracks uit de periode 1996 tot 2009. In april 2012 bracht Morten Harket (zanger van a-ha) een solo-album uit met daarop het nummer Listening, geschreven door de Pet Shop Boys.

Samen met producer Andrew Dawson namen de Pet Shop Boys, grotendeels in Los Angeles, een nieuw album op. Op 11 juni 2012 werd de titel bekendgemaakt: Elysium. Ook verscheen die dag een videoclip voor de albumtrack Invisible. De eerste single van het album heet Winner en kwam op 2 juli digitaal uit. Het album verscheen op 7 september, gevolgd door de single Leaving op 15 oktober.

Op 12 augustus traden Pet Shop Boys op tijdens de grootse sluitingsceremonie van de Olympische Zomerspelen 2012 in Londen. In het Olympic Stadium speelden ze voor de 80.000 aanwezigen het nummer West End Girls. Op 6 december was er een eenmalig optreden met het BBC Philharmonic Orchestra. Behalve een selectie van oude en nieuwe nummers ging die dag een eerste nummer uit een speciaal muziekstuk in première dat de Pet Shop Boys componeerden ter ere van computer-pionier en wetenschapper Alan Turing. Het jaar werd afgesloten met een derde single van Elysium: op 31 december 2012 verscheen een door Stuart Price geremixte versie van Memory of the Future.

Samen met Price werkte het duo dan al aan een meer dance-georiënteerd album. Nog in 2012 werd een nieuwe wereldtournee (Electric) aangekondigd, die in maart 2013 van start ging en uiteindelijk tot in de zomer van 2015 doorliep. Op 14 maart 2013 werd bekend dat de Pet Shop Boys na 28 jaar het platenlabel Parlophone zouden gaan verlaten en een eigen platenlabel, x2 Recordings, startten. Op dit label verscheen op 15 juli het album Electric, geproduceerd door Stuart Price. De tracks Axis, Vocal, Love is a bourgeois construct en Thursday verschenen op single. Op het laatstgenoemde nummer is ook rapper en zanger Example te horen.

Tijdens de BBC Proms, op 23 juli 2014, ging het volledige muziekstuk over Alan Turing in première. A man from the future gaat over het leven en werk van deze Britse wiskundige en computerpionier.

Het duo begon in 2015 aan een nieuw album, dat opnieuw door Stuart Price werd geproduceerd. De titel, Super, werd wereldkundig gemaakt via de website whatissuper.co, met een klok die aftelde naar donderdag 21 januari 2016, 13.00 uur GMT. Op dat moment ging de albumtrack Inner Sanctum in première. Het album verscheen op 1 april, voorafgegaan door de single The Pop Kids. Later dat jaar verschenen ook Twenty-something en Say it to me als single.

Op 6 mei 2016 verscheen het album Electronica 2 van Jean Michel Jarre, met daarop het nummer Brick England, dat samen met de Pet Shop Boys is gemaakt. Op 13 oktober 2016 startte de wereldtournee Super die, deels onder de titel Inner Sanctum, doorliep tot het voorjaar van 2019. Het duo deed tijdens deze tournee Nederland twee keer aan: ze traden op in 013 in Tilburg en Koninklijk Theater Carré in Amsterdam.

2017 tot heden

[bewerken | brontekst bewerken]

De laatste vijf albums die de Pet Shop Boys op het Parlophone-label uitbrachten, verschenen in 2017 opnieuw in speciale, geremasterde uitgaves ("Further Listening") met bonustracks, remixes en niet eerder uitgebrachte nummers. Op 28 juli was het de beurt aan Nightlife, Release en Fundamental. De albums Yes en Elysium volgden op 20 oktober. De eerste zes albums, die in 2001 ook al als re-issues werden uitgebracht, verschenen in 2018 eveneens opnieuw, met identieke tracklistings als in 2001. Please, Actually en Introspective verschenen op 2 maart; de re-issues van Behaviour, Very en Bilingual volgden op 31 augustus.

De Duitse tv-zender 3sat zond in de eerste uren van 2019 een (ingekorte) registratie van de tournee Inner Sanctum uit, die op 12 april op dvd, cd en blu-ray verschijnt. De aankondiging hiervan gaat gepaard met het bericht dat de Pet Shop Boys samen met Stuart Price werken aan een nieuw studioalbum. In februari verscheen echter eerst een ep met vier nummers die niet op het nieuwe album komen: Agenda. Tussen 5 en 8 februari verscheen dagelijks een nummer. Give Stupidity a Chance, On Social Media, What Are We Going to Do about the Rich? en The Forgotten Child hebben een duidelijke politieke of maatschappelijke boodschap.

Op 5 augustus ging in Edinburgh de cabaretvoorstelling MUSIK in première. De show draait volledig om het karakter Billie Trix uit de musical Closer To Heaven (2001), gespeeld door Frances Barber. De voorstelling bevat zes nummers, waaronder vier nieuwe. Daags na de eerste voorstelling werden de nummers uitgebracht op de streaming-diensten Spotify en YouTube. De Pet Shop Boys hebben ook vier muziekstukken en een aantal nummers geschreven voor een toneelversie van de Britse film My Beautiful Laundrette, die eind september 2019 in première gaat.

Op 11 september verscheen de nieuwe single Dreamland, waarop wordt samengewerkt met frontman Olly Alexander van Years & Years. Vier dagen later speelden de Pet Shop Boys als headliner op het eendaagse muziekfestival BBC Radio 2 Live in Hyde Park. Op 14 november werd een tweede single gelanceerd: Burning the Heather. Ook werd de albumtitel bekendgemaakt, Hotspot, dat op 24 januari 2020 verscheen. Twee weken later, op 7 februari, verscheen de derde single van het album, Monkey Business. Voor de promotie van het album Hotspot en de single Monkey Business werd een videoclip uitgebracht, geregisseerd door Vaughan Arnell.

Samenwerkingen

[bewerken | brontekst bewerken]

De Pet Shop Boys gaan regelmatig samenwerkingen aan met andere artiesten.

Als producers en schrijvers werkten zij tot nu toe onder andere samen met:

Als remixers werkten zij onder andere voor:

Zie Discografie van Pet Shop Boys voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Producenten en remixers

[bewerken | brontekst bewerken]

De Pet Shop Boys roepen regelmatig de hulp in van vooraanstaande muziekproducenten. Zo hebben zij zich onder andere laten bijstaan door producers als Bobby Orlando, Stephen Hague, Julian Mendelsohn, Trevor Horn en Harold Faltermeyer, die allen een belangrijke bijdragen geleverd hebben aan het geluid van de jaren tachtig. Enkele andere producenten met wie de Pet Shop Boys hebben samengewerkt zijn David Morales, Craig Armstrong, Faithless-brein Rollo Armstrong, Xenomania en Stuart Price.

Het duo riep regelmatig de hulp in van remixers die op dat moment nog nauwelijks bekend waren, maar die later onder hun eigen naam successen boekten. Voorbeelden hiervan zijn:

Zie Discografie van Pet Shop Boys voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Album met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Album Top 100 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Disco 17-11-1986 13-12-1986 7 16 Remix album
Actually 07-09-1987 19-09-1987 6 21
Introspective 10-10-1988 22-10-1988 11 20
Behaviour 22-10-1990 03-11-1990 34 6
Discography: The Complete Singles Collection 04-11-1991 23-11-1991 26 14 Verzamelalbum
Very / Very relentless 27-09-1993 16-10-1993 11 22
Disco 2 12-09-1994 01-10-1994 36 6 Remix album
Alternative 07-08-1995 26-08-1995 34 7 B-sides album
Bilingual 02-09-1996 14-09-1996 39 5
Nightlife 11-10-1999 23-10-1999 61 4
Release 01-04-2002 13-04-2002 71 2
Fundamental 22-05-2006 27-05-2006 42 5
Yes 23-03-2009 28-03-2009 34 7
The most incredible thing 11-03-2011 19-03-2011 61 1
Format 03-02-2012 11-02-2012 82 1
Elysium 07-09-2012 15-09-2012 28 2
Electric 12-07-2013 19-07-2013 15 6
Super 01-04-2016 09-04-2016 13 2
Album met hitnotering(en) in de Vlaamse Ultratop 200 albums Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Alternative 07-08-1995 02-09-1995 44 1
Bilingual 03-09-1996 28-09-1996 28 3
Nightlife 11-10-1999 23-10-1999 29 2
PopArt: The Hits 21-11-2003 06-12-2003 89 3 Verzamelalbum
Fundamental 19-05-2006 03-06-2006 33 6
Yes 20-03-2009 28-03-2009 69 4
Pandemonium 12-02-2010 27-02-2010 100(2wk) 2
Ultimate 29-10-2010 13-11-2010 71 1
Elysium 07-09-2012 15-09-2012 44 6
Electric 12-07-2013 20-07-2013 25 11
Super 01-04-2016 09-04-2016 21 8
Nightlife: further listening 1996-2000 28-07-2017 05-08-2017 53 2
Release: further listening 2001-2004 28-07-2017 05-08-2017 83 2
Fundamental: further listening 2005-2007 28-07-2017 05-08-2017 94 2
Yes: further listening 2008-2010 20-10-2017 28-10-2017 129 1
Elysium: further listening 2011-2012 20-10-2017 28-10-2017 145 1
Very: further listening 1992-1994 31-08-2018 08-09-2018 80 1
Bilingual: further listening 1995-1997 31-08-2018 08-09-2018 97 1
Behaviour: further listening 1990-1991 31-08-2018 08-09-2018 114 1
Single met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Top 40 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
West End Girls 28-10-1985 04-01-1986 3 11 Nr. 4 in de Nationale Hitparade
Suburbia 22-09-1986 22-11-1986 2 11 Nr. 3 in de Nationale Hitparade
Opportunities (Let's Make Lots of Money) 1987 14-02-1987 23 5 Nr. 30 in de Nationale Hitparade Top 100
It's a Sin 15-06-1987 11-07-1987 3 9 Nr. 3 in de Nationale Hitparade Top 100
What Have I Done to Deserve This? 10-08-1987 29-08-1987 2 9 met Dusty Springfield /
Nr. 2 in de Nationale Hitparade Top 100 / Veronica Alarmschijf Radio 3
Rent 12-10-1987 14-11-1987 28 4 Nr. 25 in de Nationale Hitparade Top 100
Always on My Mind 30-11-1987 19-12-1987 3 9 Nr. 5 in de Nationale Hitparade Top 100
Heart 21-03-1988 23-04-1988 11 6 Nr. 11 in de Nationale Hitparade Top 100
Domino Dancing 12-09-1988 24-09-1988 7 10 Nr. 9 in de Nationale Hitparade Top 100 / Veronica Alarmschijf Radio 3
Left to My Own Devices 14-11-1988 10-12-1988 19 6 Nr. 18 in de Nationale Hitparade Top 100
It's Alright 26-06-1989 15-07-1989 tip9 - Nr. 41 in de Nationale Hitparade Top 100
So Hard 18-09-1990 27-10-1990 15 6 Nr. 11 in de Nationale Top 100
Being Boring 1990 - Nr. 66 in de Nationale Top 100
Where the Streets Have No Name - Can't Take My Eyes Off You 11-03-1991 06-04-1991 13 6 Nr. 14 in de Nationale Top 100
Was It Worth It? 09-12-1991 11-01-1992 tip7 - Nr. 50 in de Nationale Top 100
Can You Forgive Her? 01-06-1993 03-07-1993 28 5 Nr. 9 in de Mega Top 50
Go West 20-08-1993 02-10-1993 3 13 Nr. 5 in de Mega Top 50
I Wouldn't Normally Do This Kind of Thing 15-11-1993 11-12-1993 tip2 - Nr. 45 in de Mega Top 50
Yesterday, When I Was Mad 09-09-1994 15-10-1994 35 1 Nr. 28 in de Mega Top 50
Paninaro '95 20-07-1995 12-08-1995 30 3 Nr. 37 in de Mega Top 50 / Alarmschijf
Hallo Spaceboy 30-03-1996 30-03-1996 24 4 Met David Bowie /
Nr. 33 in de Mega Top 50 / Alarmschijf
Before 22-04-1996 04-05-1996 tip2 -
Se a vida é (That's the Way Life Is) 12-08-1996 24-08-1996 tip11 -
Somewhere 23-06-1997 12-07-1997 tip20 -
I Don't Know What You Want But I Can't Give It Any More 19-07-1999 31-07-1999 tip20 - Nr. 64 in de Mega Top 100
New York City Boy 27-09-1999 30-10-1999 34 4 Nr. 40 in de Mega Top 100
You Only Tell Me You Love Me When You're Drunk 10-01-2000 - Nr. 42 in de Mega Top 100
Home and Dry 18-03-2002 - Nr. 51 in de Mega Top 100
I Get Along 15-07-2002 - Nr. 81 in de Mega Top 100
I'm with Stupid 05-05-2006 - Nr. 64 in de Single Top 100
She's Madonna 23-02-2007 24-02-2007 2 13 Met Robbie Williams /
Nr. 3 in de Single Top 100 / Nr. 2 in de Mega Top 50 / Alarmschijf
Love Etc. 02-02-2009 - Nr. 76 in de Single Top 100
Leaving 2012 - Nr. 69 in de Single Top 100
Single met hitnotering(en) in de Vlaamse Ultratop 50 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
West End Girls 09-04-1984 21-07-1984 16 8 Nr. 17 in de Radio 2 Top 30
West End Girls 28-10-1985 18-01-1986 6 10 Nr. 3 in de Radio 2 Top 30
Love Comes Quickly 24-02-1986 12-04-1986 35 2 Nr. 29 in de Radio 2 Top 30
Suburbia 22-09-1986 29-11-1986 1 12 Nr. 1 in de Radio 2 Top 30
It's a Sin 15-06-1987 18-07-1987 2 11 Nr. 2 in de Radio 2 Top 30
What Have I done to Deserve This? 10-08-1987 12-09-1987 5 9 met Dusty Springfield /
Nr. 4 in de Radio 2 Top 30
Rent 12-10-1987 07-11-1987 17 6 Nr. 18 in de Radio 2 Top 30
Always on My Mind 30-11-1987 26-12-1987 2 11 Nr. 2 in de Radio 2 Top 30
Heart 21-03-1988 16-04-1988 7(4wk) 9 Nr. 6 in de Radio 2 Top 30
Domino Dancing 12-09-1988 08-10-1988 6 10 Nr. 6 in de Radio 2 Top 30
Left to My Own Devices 14-11-1988 10-12-1988 17 8 Nr. 23 in de Radio 2 Top 30
It's Alright 26-06-1989 22-07-1989 17 8 Nr. 13 in de Radio 2 Top 30
So Hard 18-09-1990 20-10-1990 8 11 Nr. 5 in de Radio 2 Top 30
Being Boring 12-11-1990 22-12-1990 27 8 Nr. 20 in de Radio 2 Top 30
Where the Streets Have No Name - I Can't Take My Eyes Off You 23-04-1991 20-04-1991 8 10 Nr. 5 in de Radio 2 Top 30
Can You Forgive Her? 01-06-1993 10-07-1993 21 6 Nr. 14 in de Radio 2 Top 30
Go West 06-09-1993 02-10-1993 2(2wk) 16 Nr. 2 in de Radio 2 Top 30
I Wouldn't Normally Do This Kind of Thing 15-11-1993 01-01-1994 24 7 Nr. 14 in de Radio 2 Top 30
Yesterday, When I Was Mad 09-09-1994 17-09-1994 25 3 Nr. 16 in de Radio 2 Top 30
Paninaro '95 20-07-1995 19-08-1995 35 2
Se a vida é (That's the Way Life Is) 08-08-1996 07-09-1996 50 1
Single-Bilingual 03-09-1996 07-12-1996 tip13 -
A Red Letter Day 17-03-1997 12-04-1997 tip13 -
I Don't Know What You Want But I Can't Give It Any More 19-07-1999 24-07-1999 tip4 -
New York City Boy 27-09-1999 09-10-1999 20 8 Nr. 20 in de Radio 2 Top 30
You Only Tell Me You Love Me When You're Drunk 10-01-2000 29-01-2000 tip14 -
Home and Dry 18-03-2002 30-03-2002 tip4 -
Miracles 14-11-2003 29-11-2003 tip17 -
Flamboyant 26-03-2004 10-04-2004 tip13 -
I'm with Stupid 05-05-2006 13-05-2006 tip4 -
She's Madonna 23-02-2007 03-03-2007 3 17 met Robbie Williams
Love Etc. 02-02-2009 09-05-2009 tip18 -
Winner 02-07-2012 04-08-2012 tip55 -
Leaving 12-10-2012 20-10-2012 tip73 -
Vocal 03-06-2013 27-07-2013 tip58 -
Thursday 07-10-2013 09-11-2013 tip61 - met Example
The Pop Kids 22-02-2016 02-04-2016 tip -
Dreamland 2019 21-09-2019 tip - met Years & Years
Monkey Business 2020 01-02-2020 tip -

Radio 2 Top 2000

[bewerken | brontekst bewerken]
Nummer(s) met noteringen in de NPO Radio 2 Top 2000 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07 '08 '09 '10 '11 '12 '13 '14 '15 '16 '17 '18 '19 '20 '21 '22 '23 '24
Always on my mind - - - - - - - - - - - - - - - 1848 - - - - - - - - -
Go west - - - - - - - - - - - 1785 1992 - 1958 1876 1764 1914 1795 - - - - - -
It's a sin 537 611 845 762 1236 1241 1262 1618 1792 1387 1574 1678 1681 1794 1571 1415 1444 1303 1459 1871 1651 1849 1435 1396 1410
She's Madonna (met Robbie Williams) - - - - - - - - 1279 - - - - - - - - - - - - - - - -
West End girls - 933 1346 1023 1458 1486 1979 1801 - 1852 1936 1864 1807 1764 1555 1402 1497 1333 1525 1795 1801 1893 1758 1662 1653
[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Pet Shop Boys van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.