beloeren
Uiterlijk
- be·loe·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beloeren |
beloerde |
beloerd |
zwak -d | volledig |
beloeren [1]
- overgankelijk heimelijk kijken naar
- belodderen (verouderd)[2]
- Het woord beloeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beloeren" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ https://books.google.de/books?id=JCYcjyU7BOwC&pg=PA138
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %