Naar inhoud springen

gridlock

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak

Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
IPA: / ˈɡrɪdˌlɒk /

Woordafbreking

grid·lock

Woordherkomst en -opbouw

Samenstelling van de Engelse zelfstandige naamwoorden grid en lock

enkelvoud	meervoud
gridlock	-

Zelfstandig naamwoord

gridlock (voornamelijk gebruikt in de VS)

(verkeer) verkeerschaos, verkeersinfarct
(figuurlijk) dysfunctie, ineenstorting, stilstand
(figuurlijk) blokkering, onderbreking, versperring

Synoniemen

[1]: snarl-up
[1]: traffic congestion
[1]: traffic jam
[2]: deadlock
[2]: full stop
[2]: halt

[2]: impasse
[2]: logjam
[2]: Mexicyn standoff
[2]: stalemate
[2]: standoff

[2]: standstill
[3]: immobilization
[3]: jam
[3]: stoppage
[3]: tie-up

Typische woordcombinaties

[2]: political gridlock

politieke stilstand

Verwante begrippen

[1]: traffic tie-up
[1]: paralysis

vervoeging
onbepaalde wijs	to gridlock
he/she/it	gridlocks
verleden tijd	gridlocked
voltooid deelwoord	gridlocked
onvoltooid deelwoord	gridlocking
gebiedende wijs	gridlock

Werkwoord

pn (voornamelijk gebruikt in de VS)

overgankelijk (verkeer) onderbreken, versperren

Afgeleide begrippen

Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=gridlock&oldid=4234277"