schlafen
Uiterlijk
- schla·fen
- erfwoord via Middelhoogduits slafen van Oudhoogduits slafan; cognaat met Nederlands slapen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schlafen |
schlief |
geschlafen |
Klasse 7 sterk | volledig |
schlafen